
Boerenopstand in de media
Gemeente Tubbergen herdenkt de boerenopstand
Bijna vijftig jaar geleden stond het dorp Tubbergen in het brandpunt van het landelijke nieuws. Een boerenopstand op 21 december 1971 met voor- en tegenstanders van de voorgelegde ruilverkaveling, een ondemocratische stemprocedure, marechaussee, gier, stenen en brand. Nieuws van de Dag kopte woensdag 22 december: Twaalf gewonden in Tubbergen…Bloed vloeit in boerenoorlog.
Herdenking
Deze ingrijpende gebeurtenis wordt dit jaar herdacht met diverse activiteiten. Wethouder Ursula Bekhuis vertelt erover op een plek waar vijftig jaar geleden veel gebeurd is, bij ‘t Oale Roadhoes. Hier was het begin van de rellen, hier werden de ruiten van het gemeentehuis ingegooid.
Ruilverkaveling
Waar ging het over? Bekhuis: “In Den Haag was er een ruilverkavelingsplan gemaakt. Er moesten gronden verkaveld worden. Alleen had men er in Den Haag geen rekening mee gehouden dat het er in de gemeenten anders aan toe ging dan in Den Haag achter de tekentafel.”
Opstand boeren
Een groot deel van de boeren kwam in opstand, ook tegen de manier van stemmen. Op het Raadhuisplein vonden de confrontaties plaats, en vervolgens aan de Prins Bernhardstraat waar het stemlokaal was. “Er zou uiteindelijk gestemd worden, voor of tegen, maar omdat er zo weinig mensen kwamen om te stemmen is het helemaal van tafel gegaan. De plannen gingen terug naar de tekentafel.”
Grote gebeurtenis
Wat Bekhuis betreft een jaar om bij stil te staan. “Voor een gemeente als Tubbergen was dit destijds best een grote gebeurtenis, dat moeten we niet uitvlakken.” Het verhaal moet ook doorverteld worden aan de jeugd. “Van bovenaf werd er iets opgelegd aan onze gemeente waarvan heel veel mensen zich niet in het systeem van destijds konden vinden. Het gaat er niet om om te kijken wat goed of fout was. Het gaat er meer om, om te laten zien, dat iets wat je van bovenaf oplegt, wat bijvoorbeeld in Den Haag bedacht wordt, niet altijd werkt in een gemeente. Nu werk je als gemeente veel meer met de samenleving samen. Je gaat veel meer in gesprek dan vroeger gebeurde.”
Bekijk de reportage: https://www.twentefm.nl/nieuws/65417/0/bloed-vloeit-in-boerenoorlog.html
Boeren vochten voor hun bedrijf, hun gezin
Rug aan rug zouden de boeren staan om de stemming over de ruilverkaveling tegen te houden. Rug aan rug, zodat er niemand door kon om te gaan stemmen. Het liep die dinsdag, 21 december 1971, toch anders.
De Boerenopstand in Tubbergen is vijftig jaar geleden. Maar vergeten is die nog niet. “Het ging de boeren om het intact houden van hun bedrijf, om brood op de plank”, vertellen Sien Niemeijer en haar dochter Josefien, die de strijd van nabij meemaakten. Twente FM kwam op bezoek op de boerderij in Langeveen.
Heide werd cultuurgrond
De boerderij staat nog op dezelfde plek als toen, met rondom het erf de hectares land. Ooit heidegebied, maar door overgrootouders van Josefien Roek-Niemeijer ontgonnen, eigenhandig. “Dit land was nog heidegrond toen het aangekocht werd. Het huis werd midden op de kavel gezet. Dan was het makkelijker om het met schop en kruiwagen te ontginnen.”
Het werd een gemengd veeteeltbedrijf met koeien, varkens, kippen, landbouw en met een moestuin. Na de oorlog nam Hendrik Niemeijer het over, trouwde met Sien en het gezin kreeg vier kinderen, waaronder Josefien, die als tienjarige de ruilverkaveling en de boerenopstand mee beleefde. “Pa handelde er nog bij, hij kocht mestvarkens en biggen op.”
Actiecomité
Dat er een ruilverkaveling voor Tubbergen in de maak was, was bij de boeren wel bekend. “Ze wisten wel dat er wat speelde, maar wat precies werd duidelijk toen in 1971 de plannen gepresenteerd werden.”
Dat jaar werd de ruilverkaveling een belangrijk gespreksonderwerp in de boerderij aan de Rouweweg. Ook al omdat Hendrik Niemeijer namens de tegenstanders van de ruilverkaveling uit Langeveen in het actiecomité zat.
Dat actiecomité keerde zich onder andere tegen de stemprocedure: wie niet kwam stemmen, werd geacht voor te zijn. De boeren waren ook tegen omdat ze vijf procent van hun grond moesten inleveren voor recreatie en mee moesten betalen aan de ruilverkavelingskosten.
Aan de keukentafel
Aan de keukentafel bij Niemeijer werden vergaderingen gehouden. “Wij als kinderen moesten dan naar de voorkamer. Maar je hoorde het wel, want daar kwam emotie los. We keken wel eens voorzichtig door de kier van de deur, maar dan ging het er soms zo heftig aan toe dat we niet wisten hoe gauw we de deur weer dicht moesten doen.”
Interessant was het ook; niet alleen de schrijvende pers, ook Panoramiek van de NOS kwam bij Niemeijer over de vloer. “Ik weet nog onder welke boom mijn vader stond bij de opnames”, vertelt Josefien.
Twee jaar uitstel?
Het actiecomité stelde voor de ruilverkaveling twee jaar uit te stellen, om zo te overleggen. De boeren wilden zeggenschap in de plannen, er proberen samen uit te komen. Maar zowel rijk als provincie gingen daar niet op in. De eerste stemming in juni ging niet door.
Tweede stemming
Er werd een tweede stemming gepland op 21 december 1971. De stemming onder de boeren werd steviger. Het actiecomité had als plan om een geweldloze barricade van boeren te vormen, rug aan rug, zodat er niet een stem uitgebracht zou kunnen worden.
Toen echter een witte tent gebouwd werd, die afgezet werd met dranghekken en prikkeldraad, raakten de gemoederen verhit. Het verzet werd grimmiger dan alleen rug aan rug. Josefien: “Het verzet was gevoelsmatig, het kwam uit de tenen. Politie, dranghekken, prikkeldraad: het herinnerde aan oorlogstijd.”
De boeren verzamelden zich die dinsdag om 12.00 uur op de markt en vandaar trokken ze, boer aan boer, het Twents volkslied zingend, op naar de tent op de es. Daar kwam het tot confrontatie. De enorme inzet van de politie werd begroet met het roepen van ‘Sieg Heil’. Een giertank werd ingezet, stenen vlogen door de lucht, en braken brandjes uit, in het gemeentehuis bleef geen raam meer heel.
Sien beleefde die dag mee in Tubbergen, zag dat het burgemeestershuis in brand gestoken werd. De kinderen waren ondergebracht bij familie, voor hen was het een angstige dag.
Plan formeel aangenomen
Van de 2938 mensen die mochten stemmen, brachten er 27 hun stem uit: 15 voor en 12 tegen. Doordat de niet-stemmers bij de ja-stemmers werden gerekend, werd de ruilverkaveling formeel aangenomen.
Uitgevoerd werd de verkaveling nooit, het plan werd door de provincie in de ijskast gezet en in 1985 formeel afgesloten.
Voor brood op de plank
De vraag of de boeren relschoppers waren, wordt door de Niemeijers met een nadrukkelijk ‘nee’ beantwoord. “Ze vochten voor hun bedrijf om dat intact te houden. Voor brood op de plank voor hun gezin. Ze waren er niet om rellen te schoppen. Het ging ergens over.”
Het boerenverzet had resultaat. “De stemprocedure werd gewijzigd. En doordat deze ruilverkaveling niet plaatsvond is het authentieke Twentse karakter van de gemeente Tubbergen bewaard gebleven.”
De boerderij van de familie Niemeijer staat er nog steeds, het land is intact gebleven. “We hebben geen koeien meer, daarvoor in de plaats kwamen varkens”, vertelt Sien. Haar zoon heeft de boerderij overgenomen.
Voor Josefien had deze toestand een andere uitwerking. “Je bent tien en dan maak je dat mee. Daar ga je over nadenken. Zo ben ik in de politiek gekomen.” Ze was zestien jaar actief bij Gemeentebelangen/VVD en was een aantal jaren fractievoorzitter. “En dat kwam met name door de ruilverkaveling.”
Bekijk hier de reportage: https://www.twentefm.nl/reportages/66834/0/boerenopstand-nog-niet-vergeten.html
Ruilverkaveling was een sprong voorwaarts
Vijftig jaar geleden liep Gerard Stamsnieder uit Geesteren met zijn koeien soms vijf kilometer van weide naar weide. Veertien percelen grond had hij, verspreid in het gebied. Hij was een groot voorstander van de ruilverkaveling toentertijd. “Als dit doorgaat, krijgen we het veel beter, zeiden mijn vrouw en ik tegen elkaar.”
De geplande ruilverkaveling in Tubbergen werd vijftig jaar geleden landelijk nieuws. Boeren uit de gemeente keerden zich met spreekkoren, gezang, stenen en een giertank tegen de ruilverkaveling, zoals die toen gepland was. Stemde je niet, dan was je voor, zo was wettelijk vastgelegd. En hoewel de ruilverkaveling, op die manier berekend, met een overgrote meerderheid werd aangenomen, belandden de plannen in de ijskast.
“Ons bedrijf was heel slecht verkaveld. We hoefden echt niet alle grond pal bij ons huis. Als we van die veertien al zes aaneengesloten percelen hadden kunnen maken, was ik dik tevreden geweest.” Ruilverkaveling zou voor zijn bedrijf een uitkomst zijn geweest. Stamsnieder, toen 33 jaar, blikt in deze reportage terug op die roerige tijd.
Gerard Stamsnieder is geboren en getogen op het boerenerf waar hij nog steeds woont. Het deel van de boerderij waar hij opgroeide staat er nog, mooi gerestaureerd.
Daar woonde hij met zijn ouders; hij was de oudste van de kinderschare. Lachend: “We woonden er met vijftien kinderen en twintig koeien.”
Excursie naar ruilverkavelingsgebied
De boerderij telde 15,5 hectare grond, verdeeld over veertien percelen. “Het was een gemengd bedrijf; akkerbouw, koeien, varkens en kippen.”
Na de lagere school ging hij naar de Middelbare Landbouwschool. Daar maakte kennis met het fenomeen ruilverkaveling. “We gingen op excursie naar ruilverkavelingsgebieden. Verharde wegen in plaats van zandwegen, de grond mooi ingedeeld in grote percelen. Dan dacht ik, dat doen wij later ook, want wij hadden een bedrijf dat heel slecht verkaveld was.”
“Bij ons op de boerderij liepen we met de kudde koeien van wei naar wei gelopen, soms wel vijf kilometer. De koeien moesten daar ook gemolken worden. Het vervoer van materiaal en melkbussen gebeurde met paard en wagen. Het hooi moest ook van die weiden komen. Je moest er naar toe om te schudden, te maaien, te harken en daarna het gras ophalen. Dat heen en weer rijden kostte ontzettend veel tijd. En als je dan op zo’n excursie ziet hoe het kan worden, dat is toch prachtig.”
‘Het werd er zoveel mooier van’
Gerard kreeg verkering met Joke Bloemen. “Zij woonde in een gebied waar ook verkaveld werd. Dan zie je dat er niet alleen een verharde weg kwam, maar dat de boer het erf ook kon laten verharden en daar zat nog subsidie op ook. Ook de afwatering werd verbeterd. Het werd er zoveel mooier van”, vertelt hij, opnieuw enthousiast.
En er gebeurde meer. “ Er werd toen nog op de boerderij geslacht, de diepvries was in opkomst en de boerinnen kregen een slachtcursus en leerden hoe ze het vlees het best konden verpakken en invriezen. Dat was er ook allemaal bij.” Het stel trouwde in 1966. “Toen mijn vrouw hier kwam wonen, was het hier allemaal minder dan waar zij vandaan kwam. Ze was ook ontzettend voor de ruilverkaveling. Als dat toch doorgaat, krijgen we het veel en veel beter, zeiden we tegen elkaar.”
Het jaar 1971
In het jaar 1971 woonde de familie Stamsnieder op ditzelfde erf, in het mooie buitengebied van Geesteren. Gerard runde het boerenbedrijf van zijn ouders, die zelf met een aantal van hun kinderen ook op het erf woonden.
Gerard woonde er met zijn vrouw en drie jonge kinderen. De jongste lag nog in de wieg.
“Ik had die voorbeelden van ruilverkaveling gezien. Het was een streekverbetering, een sprong voorwaarts. Als je vooruit wilt, moet je veranderen. Als je doet wat je deed, dan krijg je wat je had en dan blijft het bij hetzelfde”, zeg hij. “De verharde wegen, het eigen erf dat verhard werd, de voorlichting over het invriezen, over moestuin en tuinbouw; als je dat allemaal ziet, dan denk je, dat is bij ons de toekomst en daardoor was ik een geweldig voorstander van de ruilverkaveling.”
Weerstand tegen de plannen
De plannen werden bekend, er waren voorlichtingsbijeenkomsten. Al snel voelde Stamsnieder de weerstand die er tegen de plannen was. De tegenstanders verenigden zich.
De voorstanders hadden de wet mee: de niet uitgebrachte stemmen werden gerekend tot de voorstemmers. “Wij, voorstanders, roerden ons niet. Daar zou alleen maar meer gedoe van komen en bovendien, de plannen zouden toch wel doorgaan. Kijk, zoals het tellen van de stemmen geregeld was, dat was niet goed. Maar als voorstander had je daar niet veel last van.”
Situatie bedreigend
Toen kwam de stemming in december. “Een paar dagen van tevoren was het mavoterrein helemaal afgerasterd. Je zag politie en motoren, het was net of er bijna een oorlog begon. Op de dag van de stemming trokken hier grote groepen boeren langs. Mijn vader en ik hebben toen gezegd, wij gaan er niet naar toe. We hebben niet gestemd, we durfden dat gewoon niet. De situatie was echt bedreigend.”
De ruilverkaveling werd, volgens de wet, met de grootste meerderheid aangenomen. Maar uitgevoerd werd de verkaveling niet.
“Voor ons was het een enorme tegenslag dat de verkaveling niet door ging. Wat moesten we nu?”
Verkaveling met buren
Het is toch goed gekomen met het boerenbedrijf van Stamsnieder. “We zijn begonnen met de buren te overleggen om te kijken wat we samen konden doen. Daar kwam een kleine verkaveling uit en zo zijn we verder gegaan. We hebben land geruild en bij gekocht. Zodoende hebben we nu aardig wat grond bij huis.”
Na de ruilverkavelingstoestand in 1971 werden nog twee kinderen geboren. “Nee, geen vijftien kinderen zoals mijn ouders. We kregen wél vijftien kleinkinderen.”
Zijn vrouw Joke is negen jaar geleden overleden.
Ewald, een baby toen de ruilverkaveling speelde, heeft inmiddels het boerenbedrijf overgenomen. De boerderij is nu een melkveebedrijf, met 180 koeien en 40 hectare grond, met de meeste grond op een kavel rond het eigen erf. “De ontwikkelingen hebben het bedrijf niet in de weg gestaan. De tijd is zo ontzettend veranderd de laatste vijftig jaar. Veel boeren zijn gestopt, en toen was er de gelegenheid om grond aan te kopen en grond te ruilen. Zodoende hebben we het hier aardig voor elkaar gekregen.”
Gerard helpt nog een beetje mee. “Kalveren voeren, helpen met melken, de afrastering nakijken, mollen vangen soms, dat soort dingen doe ik nu. Ik ben een tevreden mens.”
Bekijk hier de reportage: https://www.twentefm.nl/nieuws/67590/0/ruilverkaveling-was-sprong-voorwaarts.html
Tubantia, 1 juli 2020
Tubbergen Nieuws, 13 november 2020
Het verhaal van Gerrit Kosters
Reformatorisch Dagblad, 23 december 1971